Niet te Geloven
Niet te geloven
dat ik knaap nog
een vers schreef over de
zilverwitheid van een berkestam
en om mij heen
grootse dronkenschap
van de bevrijding:
het water was whisky geworden.
Alles zoop en naaide,
heel Europa was een groot matras
en de hemel het plafond
van een derderangshotel.
En ik bedeesde jongeling
moest nodig
de reine berk bezingen
en zijn bescheiden bladerpracht.
Onze Mening
A. Wat vinden jullie van het gedicht en waarom vinden jullie dat?
Ik vindt dit toch wel een gedicht met geen duidelijke boodschap. Toch is het wel een speciaal gedicht denk ik want er is veel passie in gestopt. Ik vindt dit gedicht wel een goed beschrijving geven van wat er na de tweede wereld oorlog gebeurde.
B. Welke versregel(s) spreken jullie aan en welke niet en waarom?
en om mij heen - grootse dronkenschap - van de bevrijding: - het water was whisky geworden. Ik vindt dit een mooie vers omdat het de omslag weergeeft van eerst alleen nog maar water kunnen drinken en dat er daarna van alles in over vloed is. Alles zoop en naaide, heel Europa was een groot matras en de hemel het plafond van een derderangshotel. Ik vindt dat dit een vers is die niet veel toevoegd aan het gedicht. En als ik Remco Campert was had ik deze vers eruit gelaten. Dat komt omdat het geen gevoel en sfeer oproept en dus niks toevoegd.
C. Welk gevoel roept het gedicht bij jullie op?
Een blij gevoel en een soort van zorgeloosheid want dat is ook de sfeer in dit gedicht.
D. Waar gaat het gedicht over? Verduidelijk dit aan de hand van enkele voorbeelden.
Het gedicht gaat over hoe hij was toen hij jong was en hoe hij zich voelde.
Voorbeelden:
Dat ik nog knaap was,
En ik bedeeste jongeling.